Wanneer behandelen?

Aangezien paarden vluchtdieren zijn, zijn ze erg goed in het compenseren en verbloemen van klachten. In het wild zou een roofdier anders sneller zien welk dier het zwakst en dus de makkelijkste prooi is. Een paard zal je niet zo snel laten merken dat het ergens last van heeft. Het zijn soms juist de kleine signalen waaruit afgeleid kan worden dat het paard niet meer zo lekker in zijn vel zit.
Anderzijds kunnen soms stresssituaties ervoor zorgen dat het lichaam de blokkades niet meer kan compenseren, jouw paard loopt dan ineens niet meer lekker. In dit geval kan het dus zijn dat de blokkades er al jaren zitten.

Klachten

Omdat paarden soms op hele subtiele wijze laten merken dat ze zich niet goed voelen, is het belangrijk deze kleine signalen serieus te nemen. Deze lichamelijke ongemakken kunnen zich op verschillende manieren uiten. Verandering van gedrag, problemen met rijden, kreupelheden zonder duidelijke oorzaak, problemen van de organen en moeilijk drachtig kunnen worden zijn een aantal voorbeelden. Onderstaande lijsten zijn voorbeelden van signalen van het paard waaruit blijkt dat ze ergens last van hebben. Deze lijsten zijn niet compleet, staat dat waar jouw paard last van heeft er niet tussen, neem dan gerust contact op. Wie weet kan osteopathie een uitkomst bieden.

Klachten die paarden via hun gedrag laten zien: 

• Bij het aansingelen stampen/bijten of zelfs willen gaan liggen
• Bij het poetsen op bepaalde plaatsen erg gevoelig reageren, de rug wegdrukken,
of helemaal niet aangeraakt willen worden op bepaalde plekken
• Bij het opzadelen, op- en afstijgen niet willen stilstaan
• Hypernerveus zijn of juist apatisch
• Geen voet willen geven bij de hoefsmid
• Kopschuw zijn
• Merrie die overmatig hengstig is of juist niet hengstig wordt
• Headshaken

Problemen tijdens het rijden: 

• Aan een kant vastzitten, scheef zijn
• Erg stijf zijn aan het begin van het rijden
• Moeite met aangalopperen of overkruist aangalloperen
• Bit vastpakken, tong over het bit gooien
• Kantelen van het hoofd
• Moeite met kleine volte
• Moeite met wenden en/of buigen naar één zijde
• Moeite met overgangen, daarin moeilijk te sluiten
• Moeite met zijgangen, appuyeren, schouderbinnenwaarts
• Bokken, steigeren, weigeren, naar het been van de ruiter slaan
• Soms onregelmatig lopen, regelmatig struikelen
• Niet vooruit te branden zijn
• Na de sprong bokken, wegrennen, altijd in dezelfde galop landen
• Springen zonder ruggebruik (te vlakke sprong)
• Op de sprong afstormen
• Staart scheef dragen
• Oren in de nek leggen, veel zwaaien met de staart
• Niet nageeflijk willen zijn
• Moeite met verzamelen of verruimen
• Niet willen halsstrekken
• Moeilijkheden met sliding stops (westernpaarden)
• Töltproblemen (bij ijslanders)

Klachten die te maken hebben met de organen:

• Regelmatig koliek
• Huidproblemen, problemen met verharen, doffe vacht
• Geen mooie mestballen, maar zachte mest
• Slechte conditie
• Regelmatig mok
• Moeilijk plassen of juist overmatig plassen
• Luchtwegproblemen
• Maagproblemen die soms tot uiting komen via luchtzuigen, kribbebijten
• Stalbenen
• Overmatig zweten
• Spierbevangenheid
• Moeite met drachtig krijgen van merrie
• Hengstigheidsproblemen
• Ataxie (coördinatiestoornis), afhankelijk van de oorzaak en de ernst kan osteopathie een verbetering van de klachten geven
• Kreupelheden of onregelmatigheden zonder dat daar een duidelijke oorzaak voor gevonden wordt
• Knie op slot (patella fixatie)
• Plotselinge verandering in gedrag (nerveus, in zichzelf gekeerd, chagerijnig)
• Slecht herstellen na een periode van ziekte